Van een ziekte-klachten systeem naar een gezondheid- waarden model Ons huidige zorgsysteem kijkt puur naar ziekte, klachten en symptomen. De mensen die binnen dit systeem werken, zijn er om problemen op te lossen en te reduceren. Dat geldt zowel voor fysieke aandoeningen als voor mentale problematiek. Is je bloeddruk te hoog, dan krijg je bloeddrukverlagers voorgeschreven. Kom je moeilijk in slaap, dan krijg je slaappillen. Ben je te zwaar, dan kun je deelnemen aan het lokale afvalprogramma in de wijk. Voel je je somber dan krijg je een recept voor antidepressiva. Binnen het domein van leefstijl en preventie gebeurt hetzelfde. We doen aan preventie om ziekte te voorkomen, omdat we bang zijn om ziek te worden. Wéér gericht op ziekte. We spreken inmiddels al over leefstijlgeneeskunde. Is dit omdat we mensen met een ongezonde leefstijl moeten genezen? Dit Ziekte-Klachtenmodel, waarbij de primaire focus ligt op het bestrijden van fysieke en mentale problematiek, blijkt helaas niet te werken. Jaarlijks nemen de (welvaarts)ziekten toe. Ieder jaar zijn er meer mensen met diabetes en hart- en vaatziekten. Dit gaat gepaard met een toename in de zorgkosten. Oplossingen zoekt men in nóg meer onderzoek naar oorzaken, het ontwikkelen van ‘nieuwe’ interventies, medicatie en het ophogen van de zorgpremies. Meer geld steken in een systeem dat niet werkt. Hoe lang gaan we hiermee door? Gelukkig is er een alternatief, het Gezondheid-Waarden model. Dit model is in tegenstelling tot ziekte en klachten, gericht op het bevorderen van gezond gedrag en mentale fitheid en biedt professionals het fundament voor een basishouding en het aanleren van vaardigheden die hiervoor nodig zijn. Het maakt gebruik van Acceptance and Commitment Training als wetenschappelijke basis. Hier gaat het om zelfregie vergroten, de verantwoording over eigen gedrag nemen en niet verwachten dat een medicijn, professional of ‘systeem’ het probleem van de cliënt oplost. Uiteraard ‘spreekt’ het huidige Ziekte-Klachten model ook over gedragsverandering, maar dat blijkt vaak bij praten, zonder echt te richten op duurzame gedragsverandering. Inzicht in de mens en ons gedrag 1. We geven er de voorkeur aan om ons op de korte termijn goed te voelen en ongemak zo snel mogelijk weg te krijgen. 2. Ons menselijk brein is probleemgericht en voor ieder probleem wat zich voordoet, zoeken we een nieuwe oplossing. Medicatie om even geen pijn te voelen. Eten en drinken om onrust weg te krijgen. Een afvalprogramma om te overtallige kilo’s snel aan te pakken. 3. We leven op de automatische piloot en maken al onze keuzes grotendeels onbewust. Gezond leven gaat ook over keuzes maken, iedere dag opnieuw. Over eten alleen al, maken we per dag 200 (onbewuste)beslissingen. 4. Verandering geeft weerstand en dat is geen fijn gevoel. We blijven graag bij hetgeen we gewend te zijn doen. Dat geldt zo’n beetje voor alles, inclusief onze leefstijl en de manier waarop we hiermee omgaan. 5. Drang naar grote resultaatdoelen. We stellen onze doelen te groot omdat het eindplaatje makkelijker voor te stellen is dan de weg ernaar toe. Daarnaast willen we direct resultaat zien gericht op kilo’s, of het ervaren van minder ongemak. Het feit dat ons brein er een handje van heeft om te stoppen als het resultaat behaald is of stopt omdat resultaat uitblijft, voorkomt dat (nieuw) gezond gedrag verder ingebed wordt. 6. We leven in een obesogene omgeving en het verlangen naar vet en suikerrijk voedsel zit in onze biologische opmaak. Tegelijkertijd hebben we de voorkeur om in de spaarstand te blijven en zo min mogelijk te bewegen. In het Gezondheid-Waardenmodel dat in dit boek besproken wordt, besteden we aandacht aan al deze mentale aspecten: 1. mens zijn, 2. de automatische piloot doorbreken, 3. omgaan met weerstand 4. gedragsdoelen stellen in plaats van resultaatdoelen, 5. innerlijke drijfveren verhelderen om richting te bepalen voor de korte en langere termijn keuzes, en 6. rekening houden met de context waarin gedrag zich voor doet. Verandering is onmogelijk zonder aandacht te besteden aan deze mentale componenten. Het huidige ziekte-klachtenmodel doet precies het tegenovergestelde. In plaats van mensen te begeleiden naar gezond gedrag en ze vaardigheden te leren om mentale fitheid te vergroten, waardoor ze in staat zijn gezonde keuzes te maken in de aanwezigheid van innerlijke en externe belemmeringen, is het klacht- en regel-gedreven. Het houdt geen rekening met de genoemde mentale componenten ten aanzien van mens en gedrag. Hoe kan je als leefstijl professional het verschil maken? De rol van de professional in beide modellen is fundamenteel verschillend. In het Ziekte-Klachtenmodel is gedragsverandering en zelfregie iets waarover wordt gepraat, maar niet wordt geoefend in het gesprek. De uitkomstmaat is het verminderen van ziekte en klachten. Men is succesvol als er een afname is van klachten (mentaal of fysiek) of als het resultaatdoel is behaald. De professional doet dit door a. het probleem van de cliënt te verhelderen; b. te zoeken naar korte termijn oplossingen; c. te vertellen wat (middels informatie en vele adviezen) je moet doen om de (maatschappelijk) gewenste resultaatdoelen (BMI, afvallen, reguleren van bloedsuikerspiegel, bloeddruk, minder angst etc.) te behalen. Professionals zijn dus vooral gericht op wat de ánder moet doen, terwijl verandering alleen mogelijk is als iemand hiervoor open staat. Dat dit veelal niet het geval is, blijkt uit het feit dat de meeste mensen niets doen met de adviezen die ze krijgen. De professional werkt vanuit een bepaalde achtergrond en bekijkt het probleem van de cliënt vanuit dit perspectief. Specialisaties en het vergroten van inhoudelijke kennis staan hoog in het vaandel. Immers, hoe meer je weet, hoe beter je kunt targeten op de klachten. De vraag is of professionals binnen dit model zich bewust zijn van het feit dat zij zélf het belangrijkste instrument zijn in de gesprekken en de begeleiding van de mensen die ze zien? Binnen het Gezondheid-Waardenmodel is de professional het belangrijkste instrument en ligt de focus op de mens en het gedrag. Uitkomstmaat is een toename in gezond gedrag en mentale fitheid. Men is succesvol als de persoon in staat is om te (blijven) handelen vanuit innerlijke drijfveren, zelfs in de aanwezigheid van innerlijke en externe belemmeringen. De professional is zich bewust dat de persoon met ziekte en klachten een instant oplossing wil voor het probleem en is in staat om dit te her-kaderen in nieuwe uitkomstmaten, namelijk een toename in gezond gedrag en mentale fitheid. De basishouding hierbij is mensgericht en op basis van samenwerking en gelijkwaardigheid, om zo de openheid tot leren van en met elkaar te vergroten. De professional kan reflecteren op eigen gedrag en heeft zijn innerlijke drijfveren om het werk te doen helder. Deze drijfveren geven richting aan het eigen handelen in contactmomenten met de cliënt. In plaats van vertellen wat de ander moet doen en veranderen, leert de professional zichzelf als wel de cliënt om bewuster besluiten te nemen en te oefenen met (nieuw) werkbaar gedrag. Hierdoor neemt de zelfregie toe. Alle vaardigheden die nodig zijn om gezond gedrag en mentale fitheid te trainen, oefent de professional zelf en worden ervaringsgericht aan de cliënt aangeboden. Hierbij houdt de professional rekening met de context waarin gedrag zich voordoet. Met het Gezondheid-Waardenmodel zijn we in staat om vanuit een andere grondhouding (van de professional) de focus te verschuiven van klacht en ziekte naar de mens en gezond gedrag.
2 Opmerkingen
|
AuteurHeidi Stiegelis is psycholoog, ACT-trainer, schrijfster van 'Kompas voor een gezonde leefstijl' en oprichtster van het ACT & Leefstijl netwerk. ArchievenCategorieën |